1 jaar sinds de val van Kabul: een gedetailleerd verslag van de evacuatie
Toen de Taliban steeds meer terrein veroverden, uiteindelijk Kabul binnenvielen en de controle over Afghanistan overnamen, was het pure chaos. Ook voor Free Press Unlimited was het een ongekende crisissituatie, waarbij ons noodteam dag en nacht moest werken om journalisten en fixers te beschermen. Dat hebben we niet alleen gedaan.
Het noodhulpteam werkte samen met vele andere organisaties en personen met contacten in Afghanistan of Pakistan die konden helpen bij de evacuatie. Een van deze cruciale contacten was journalist Tahir Imran. Tahir werkte tot 2020 voor BBC Urdu, dat deel uitmaakt van BBC World Service, en werkt sindsdien als freelancer. In dit interview spreken we met hem over zijn rol tijdens de evacuatie.
Wat is jouw relatie met de situatie in Afghanistan?
"Ik heb allerlei soorten journalistiek gedaan, maar een van de dingen waar ik een enorme interesse in had, was de luchtvaart. Dit is iets wat me toevallig in verband bracht met Afghanistan. Als luchtvaartjournalist heb je contacten met directeuren en ambtenaren van luchtvaartmaatschappijen. Nadat de Taliban Kabul hadden ingenomen, benaderde een vriend van mij, die nu voor Free Press Unlimited werkt, mij met de vraag of ik kon helpen bij de evacuatie van een groep LGBTQI-leden uit Afghanistan, en daarna ben ik ook journalisten gaan helpen evacueren.
In het begin was er hulp nodig bij het organiseren van de vluchten, en vervolgens bij het verkrijgen van tickets of het vinden van de juiste aansluitingen voor vluchten. Toen ik besloot daarmee te helpen, kreeg ik de kans om speciale charters te organiseren met de steun van Pakistan International Airlines (PIA). Met deze luchtvaartmaatschappij hebben we journalisten, maar ook mensenrechtenactivisten, vrouwenrechtenactivisten, auteurs, rechters en politieagenten die Afghanistan moesten ontvluchtten, geëvacueerd in meer dan 12 evacuatievluchten. Zo werd ik dus per ongeluk iemand die hielp in deze crisis."
Welke obstakels kwam je tegen?
"Ik denk dat de grootste uitdaging op dat moment was dat niemand wist wat te doen. Er waren veel mensen die hulp nodig hadden, maar de manieren om hulp te bieden waren beperkt. Er waren organisaties die geld hadden, maar waar en hoe dat geld te besteden? Mensen hadden bijvoorbeeld een visa nodig, ondersteuning bij het ontvluchten van het land, of hadden veiligheidsadvies nodig via contacten ter plaatse. Dus vroeg ik de CEO van Pakistan International Airlines (PIA), luchtmaarschalk Arshad Malik, of hij kon helpen met het organiseren van chartervluchten. Met zijn actieve steun en hulp hebben we de Pakistaanse ambassadeur en de Pakistaanse regering benaderd met het verzoek visa af te geven voor mensen die met de PIA reisden. Zonder de hulp van PIA, CEO Air Marshal Arshad Malik, en hun Public Affairs manager Abdullah Khan, denk ik dat we niets hadden kunnen bereiken. Zij waren een bron van rotsvaste steun tijdens deze crisis.
Een enorme uitdaging was dat er op dat moment geen online visumaanvragen beschikbaar waren. We moesten dus iemand in Kabul vinden die de paspoorten kon aannemen en ze dan naar de Pakistaanse ambassade kon brengen voor de aanvraag. Een heel systeem werd gecreëerd. Van augustus tot en met december, en zelfs daarna, gingen we gewoon door lijsten van mensen heen, aanvankelijk afkomstig van slechts twee of drie organisaties, zoals Free Press Unlimited. Later groeide het en heb ik contact gehad met meer dan 50 organisaties."
Hoe was deze periode voor jou?
"Het was heel chaotisch. Ik herinner me de eerste vlucht die we organiseerden. Ik was zo nerveus. De vlucht was vroeg in de ochtend en ik kon de hele nacht niet slapen. We volgden het vliegtuig in de vluchtradar-app en zagen het opstijgen vanuit Islamabad. Dat is ongeveer 45 minuten vliegen. Toen landde het in Kabul en het wachten begon. Mensen moesten naar de check in, en door de beveiliging heen gaan. En toen, eindelijk, ontvingen we de eerste video van mensen die in het vliegtuig zaten.
Dit soort dingen maakten het erg zwaar, intens werk, en ook erg emotioneel. Er waren veel incidenten waarbij mensen huilden, bang dat ze het niet zouden halen. Als er een spelfout of iets dergelijks was, accepteerden de Taliban geen papieren. Het was een hoop heen en weer gebel. Maar toen het vliegtuig eenmaal vertrok, slaakten we een zucht van verlichting.
Maar toen ging het maar door. Eerst dachten we dat het maar één vlucht zou zijn en dat was het dan. Toen begon de planning voor de tweede vlucht, en de derde en toen de vierde. Een hele nieuwe uitdaging was het verplaatsen van geld naar Pakistan, want Pakistan staat op de grijze lijst van de Financial Action Task Force. Er waren een hoop hordes te nemen in dat opzicht. Het was een gekke tijd."
Hoe zag je het gevaar specifiek voor journalisten opkomen?
"Voor de Taliban floreerde de media, waardoor veel journalisten bekend waren, en dus herkenbaar. Daardoor was het voor hen niet makkelijk om te vertrekken. Dankzij de Pakistaanse ambassade en enkele andere vrienden in Afghanistan en Pakistan is dat gelukt. Zij zorgden ervoor dat deze mensen konden vertrekken zonder tegengehouden te worden op de luchthaven.
De journalisten waren echt heel erg bang totdat het vliegtuig vertrok. We stelden hen voortdurend gerust dat alles in orde zou komen. Het was allemaal zo onzeker. Je weet niet wat je kunt verwachten, omdat de Taliban zelf op dat moment niet voorbereid waren. Verschillende groepen Taliban hadden de controle over verschillende delen van Kabul, zoals het vliegveld, en controle posten in de stad. Dus je weet niet met wie je moet praten als er iets misgaat. Het was een erg rommelige situatie. Maar gelukkig liep het meestal goed af. Er waren een paar gelegenheden waarbij ze iemand weigerden aan boord te gaan, maar in de meeste gevallen hadden we geen probleem."
Hoe was het om met organisaties als Free Press Unlimited samen te werken in die chaotische eerste maanden?
"Ik denk dat, in alle eerlijkheid, geen een organisatie hierop voorbereid was. De meeste organisaties weten hoe ze moeten helpen in een land waar er een soort structuur is, een soort systeem. Er zijn reisbureaus, er gaan vluchten. Maar hier was de hele bureaucratie, de hele regering gewoon compleet verdwenen. Dus je weet niet wat je moet doen.
Dan waren er organisaties die geld hadden, maar bij wie de wil ontbrak omdat ze zich niet in het onbekende wilden begeven. Organisaties als Free Press Unlimited heb ik veel respect voor, omdat ze de koe bij de horens vatten en zich in het onbekende wilden begeven. En het is een mijnenveld. Als je geld stuurt, help je iemand die op een hitlijst kan staan, die kwetsbaar kan zijn, en je weet niet met wie je te maken hebt. Dus het was ook een risico.
Wat ik het beste vond aan het werken met Free Press Unlimited, was dat er een menselijke kant aan hun werk zat. De mensen met wie ik te maken had, zeiden niet alleen dat ze betrokken waren, je kon hun betrokkeneid zien. Ze waren er altijd, ze waren niet vrij in het weekend of 's avonds, omdat het een crisissituatie was. En ik herinner me dat Free Press Unlimited een van de weinige organisaties was die deze mensen van Kabul naar Islamabad heeft gebracht, en ze vervolgens lange tijd is blijven steunen, totdat ze dat derde land hadden gevonden waar ze naartoe konden."
Heb je ook gehoord van journalisten die vastbesloten waren om hun werk voort te zetten, in Afghanistan of vanuit andere landen?
"De directeur van Free Press Unlimited, Ruth Kronenburg, zei iets heel interessants tijdens een van onze bijeenkomsten, in reactie op een aantal suggesties van organisaties die zeiden dat de journalisten die uit Afghanistan gevlucht waren een baan konden krijgen in de catering of bezorgdienst of iets anders. Zij stelde toen heel duidelijk dat zij dat ook in Afghanistan hadden kunnen doen, ze hadden een restaurant kunnen beginnen of ergens anders kunnen werken. Maar zij verlieten het land omdat zij zich wilden blijven inzetten in de journalistiek. We moeten deze mensen helpen zodat ze hun journalistieke werk kunnen voortzetten, wat heel belangrijk is.
Ik denk dat organisaties als BBC, CNN, Aljazeera, Voices of Women, Deutsche Welle en anderen, moeten helpen en manieren moeten vinden voor deze journalisten om hun werk in ballingschap te doen, hen een platform moeten bieden waar ze hun werk kunnen presenteren en waar hun werk vervolgens gepubliceerd of uitgezonden kan worden. En ik weet dat in dat geval, als er een verzoek is voor apparatuur of iets dergelijks, Free Press Unlimited en andere organisaties er zijn om daarbij te helpen."
We zijn nu een jaar verder. Organisaties als Free Press Unlimited zijn nog steeds aan het werk en aan het lobbyen om journalisten en fixers te laten evacueren of een visum te krijgen om het safe house in Pakistan te verlaten. Heb je enig inzicht in de huidige situatie, waar nog hulp nodig is?
"Er zijn twee grote uitdagingen. Voordat mensen door het proces zijn gegaan om geverifieerde documenten te krijgen, hebben ze geen visum en zijn ze illegaal. Dat is een groot obstakel. Een soort tijdelijk visum voor deze mensen, zoals een verblijfsvergunning voor zes maanden of een jaar, zou echt nuttig kunnen zijn. Wanneer de verificatie is afgerond, komen zij op de lijst van mensen die naar een derde land kunnen gaan. Sommige van deze derde landen, met name Nederland, moeten meer ruimte bieden aan mensen die op zijn minst een bewezen staat van dienst in de journalistiek hebben, zelfs als ze niet met Nederlandse media hebben gewerkt. Ook die moeten worden overwogen."
Kun je een verhaal delen van mensen die je geholpen hebt te evacueren?
"Er was een geval van een vrouw die journaliste en mensenrechtenactiviste was, en haar gezin. Ze had een jonge baby, en toen de Taliban de macht overnamen, moesten ze plotseling vluchten. Zij, haar man en haar zoon hadden paspoorten. Maar de jonge dochter had nog geen paspoort. Dit was rond de tijd van de eerste vlucht die we aan het opzetten waren. Wat te doen?
Er waren geen mogelijkheden meer om een paspoort te krijgen. En ze moest weg omdat ze echt in gevaar was, een situatie van leven of dood. Ze slaagde erin naar een veilige plek te komen met de hulp van vrienden.
Gelukkig heeft de Chileense regering hen toen een reisdocument verstrekt. Maar dat reisdocument lag in Abu Dhabi, want Chili heeft geen ambassade in Pakistan. Dus hoe konden ze naar Dubai? Met de hulp van de PIA en enkele vriendelijke Pakistaanse ambtenaren stapte iemand uit Islamabad op het vliegtuig en ging met de Taliban praten, probeerde hen de situatie duidelijk te maken door de documenten te laten zien. En ik weet nog steeds niet hoe precies, maar ze konden de baby meenemen in het vliegtuig. Maar ze moesten een paar uur op de luchthaven van Islamabad blijven omdat ze geen visum voor Pakistan hadden. Daarna regelden we hun volgende vlucht van Islamabad naar Dubai. Pakistan International Airlines sprak met de regering van Dubai en legde hen de situatie uit, samen met de Chileense regering. Ze konden documenten gaan halen om naar Santiago te reizen. Vervolgens gaf de Duitse regering hen toestemming om naar Duitsland te komen.
Ik heb de donororganisatie gevraagd of ze via Amsterdam konden vliegen, zodat ik het meisje en de familie kon ontmoeten, wat zo fijn was na zo betrokken te zijn geweest."
Het is mooi om te zien dat zoveel ambassades en regeringen helpen, zoals Chili of Argentinië. Het moet heel motiverend zijn om te zien dat er zelfs in zo’n verschrikkelijke situatie er goede dingen gebeuren.
"Mensen die in een kantoor in Berlijn, Parijs, New York of Londen zitten, horen deze individuele verhalen van mensen misschien niet. Maar elk ding, zelfs als je alleen een ticket hebt gekocht voor iemand van Kabul naar Islamabad, is levensveranderende steun. Ook al is het een paar honderd dollar, het zal het leven van die persoon of dat gezin veranderen.
En deze persoonlijke, individuele verhalen, dat is ook waarom onafhankelijke media, en een vrije pers, belangrijk zijn. En het werk dat Free Press Unlimited doet en de steun die zij bieden is van vitaal belang. Vooral de noodhulp. Die noodhulp is een van de katalysatoren voor de voortzetting van het werk van journalisten die goed willen doen, die goede journalistiek willen bedrijven die impact creëert. Iets wat ze in hun eigen land niet meer kunnen doen, maar met steun kunnen ze het elders voortzetten."
Is er nog iets dat je zou willen delen?
"Ik denk dat we in een tijd leven waarin de journalistiek een heel moeilijke tijd doormaakt. De uitdagingen zijn niet alleen fysiek, er zijn ook digitale uitdagingen. Er is een hele campagne gaande om de vrije media en de rechten van journalisten in diskrediet te brengen. En daarom is de rol van organisaties die zich inzetten om dat te voorkomen erg belangrijk. En wat echt belangrijk is, is niet alleen de financiële steun, maar ook de steun voor mentale gezondheid, de steun voor apparatuur, de steun in de vorm van training. Al deze dingen helpen op hun eigen manier, in kleine stukjes, bij het verwezenlijken van de droom van een vrije, onafhankelijke media."