Gender Equality Champion 2022: Nighat Dad

Gender Equality Champion 2022: Nighat Dad

story

Tijdens de Media4Women-campagne delen we de verhalen van Gender Equality Champions: vrouwen die al bijdragen aan gendergelijkheid in de media. Een van onze champions is Nighat Dad, een Pakistaanse advocaat die voorheen straf- en familierecht uitoefende, en nu hoofd is van de Digital Rights Foundation in Pakistan. “Het werd mijn passie om mensen bewust te maken van digitale veiligheid,” zegt ze.

De Digital Rights Foundation, opgericht in 2012, heeft als visie om een plek te creëren waar iedereen, en met name vrouwen, hun recht op vrijheid van meningsuiting kan uitoefenen zonder bedreigd te worden. Het doel van de organisatie is vooral om vrouwen te beschermen tegen intimidatie op werk en online, en hen bewust te maken van hun eigen rechten.
 

Op dit moment woedt er een verschrikkelijke oorlog in Oekraïne, hoe kijk je hier naar vanuit het oogpunt van mensenrechten en digitale veiligheid

"De aanval van Rusland op Oekraïne is verwerpelijk en de mensenrechtensituatie is betreurenswaardig. Na de Russische invasie van Oekraïne heeft Rusland beperkingen opgelegd aan social media platforms, met name Twitter, als een vorm van censuur, waardoor de rechten van de burgers op toegang tot informatie en nieuws worden geschonden.

Het wordt tijd dat grote technologiebedrijven proactief accounts opschorten die misinformatie over de situatie verspreiden en die agressie-oorlogen en misdaden tegen de menselijkheid verheerlijken of rechtvaardigen. Ik maak me ook grote zorgen over de fysieke en digitale veiligheid van journalisten in het algemeen, en vrouwelijke journalisten in het bijzonder, die vanuit de frontlinie verslag doen en daarbij hun leven riskeren en vatbaar zijn voor intimidatie en intimidatie. Ik dring er bij de verantwoordelijken op aan te erkennen dat journalisten een belangrijke professionele plicht hebben om mensen in conflicten nauwkeurige informatie te verstrekken en dat hun rechten moeten worden beschermd volgens het internationaal humanitair recht.”
 

De Digital Rights Foundation is bijna 10 jaar geleden opgericht. Wat inspireerde je op dat moment om de organisatie te starten

“Voordat ik de Digital Rights Foundation startte, gingen vrouwenrechten in Pakistan me al nauw aan het hart. Als advocaat kwam ik vrouwen tegen die vastzaten in rechtszaken rond misbruik of onrecht. Op een gegeven moment realiseerde ik me dat procesvoering één ding is, en het werken met slachtoffers van misbruik een ander ding, maar dat wanneer je een platform hebt waar je de verschillende aspecten van deze problemen kunt aanpakken, je echt een verschil kunt maken.

Toen, rond 2009, werd het internet echt groot. Het fascineerde me. Ik kocht een computer voor mezelf en kreeg een internetverbinding. Dit opende een hele nieuwe wereld voor mij, maar opende ook de deur voor het ontvangen van prank calls en ongewenste berichten. Ik begon na te denken over wat ik hieraan kon doen, het was onbekend terrein.

Ik begon internet governance te bestuderen en werd me ervan bewust dat je voorzichtig moet zijn met je digitale apparaten. Vroeger lachten mensen me uit als ik zei dat je op je digitale veiligheid moet letten. Dat was ontmoedigend, maar tegelijkertijd was ik vastbesloten om hierop door te pushen. Het werd mijn passie om meer mensen bewust te maken van digitale veiligheid. En toen ben ik de Digital Rights Foundation begonnen.”
 

Aan de ene kant heb je het over het gevoel van empowerment dat voortkomt uit het actief zijn in de digitale ruimte, en aan de andere kant benoem je het onveilige element dat daar ook uit voortkomt. Is dat beide vertegenwoordigd in de activiteiten van de Digital Rights Foundation?

"Ja absoluut. We onderzoeken hoe technologie een instrument van empowerment kan zijn, en als we het innovatief gebruiken, hoe technologie het leven van mensen kan veranderen. We pakken niet alleen de digitale veiligheidsproblemen van vrouwen of gevallen van intimidatie aan, maar vergroten ook hun kennis en hun vermogen om te begrijpen hoe technologie veiliger kan worden gebruikt. Tegelijkertijd onderzoeken we hoe we onze relatie met technologie kunnen definiëren, in het bijzonder kijkend naar onze burgerlijke vrijheden. Er zijn maar weinig mensen in Pakistan die onze burgerlijke vrijheden verbinden met technologie of met sociale-mediaplatforms, inclusief de verantwoordelijken. En dat kan leiden tot slechte precedenten, waarbij de volledige schuld bij de technologie ligt, waarna er beperkingen worden opgelegd.

Ik ben niet anti-regulering, maar ik ben erg sceptisch en voorzichtig met het hebben van meer regelgeving met betrekking tot internet. Omdat in mijn ervaring, hoe meer regeringen deze wetten en regels maken, hoe meer ze proberen het internet te controleren in naam van de bescherming van kwetsbare groepen, inclusief vrouwen. De focus ligt op verbod en censuur, maar niet echt op het aanpakken van de oorzaak, namelijk dat intimidatie op internet eigenlijk voortkomt uit de denkwijze die we hebben in de offline ruimte. Het is niet iets dat alleen technologie doet, het is een structureel probleem. Censuur of het maken van regressieve wetten lossen dit probleem niet op.”
 

Veel social media platforms hebben een businessmodel gebaseerd op engagement. De filosofie waar dit model zich op baseert is: hoe meer clicks, hoe beter, waardoor haatzaaiende berichten zich snel verspreiden. Wat is volgens jou de rol die sociale-mediaplatforms kunnen spelen om niet alleen vrouwen specifiek te beschermen, maar ook anderen die vocaal en zichtbaar zijn en als gevolg daarvan worden lastiggevallen?

“Veel maatschappelijke organisaties over de hele wereld hebben de tekortkomingen en problemen met deze techgiganten en hun gemeenschapsrichtlijnen geïdentificeerd, inclusief hoe ze het probleem van online geweld of haatzaaiende uitlatingen op hun platforms moeten aanpakken. Dus ze kennen het probleem, het probleem is het gebrek aan bereidheid en gebrek aan verantwoordelijkheid.

Ze verdienen zoveel geld met de gegevens van gebruikers, dat het hun taak is om een deel daarvan in te zetten om al deze problemen aan te pakken, door bijvoorbeeld kritisch naar hun beleid te kijken. En zichzelf te blijven controleren. Ik denk dat er sterkere mechanismen nodig zijn zodat ze daadwerkelijk naar de aanbevelingen van instellingen moeten luisteren, en verantwoording moeten afleggen. Daarom werd ik lid van de Facebook Oversight Board, om niet van buiten de wandelgangen te schreeuwen, maar om aan tafel te zitten en deze bedrijven te vertellen hoe ze zichzelf beter kunnen maken.”
 

Denkt u dat politici en beleidsmakers voldoende begrip hebben van hoe deze sociale platforms werken, hoe ze functioneren, om alle problemen die je noemt effectief aan te pakken?

“Vroeger dacht ik dat het alleen in landen als Pakistan is waar beleidsmakers het nog steeds niet onder de knie hebben, maar beleidsmakers over de hele wereld ontbreekt het aan kennis. Ze moeten echt op de hoogte zijn van waar technologie naartoe gaat en wat deze platforms doen. En zich realiseren wat de impact is van sommige berichten op deze platforms op bepaalde democratieën. Beleidsmakers over de hele wereld moeten er echt een prioriteit van maken om deze vragen te begrijpen en te bespreken.

Een ander ding is onze rechterlijke macht: rechters die daadwerkelijk zaken over deze kwesties in de rechtbanken behandelen. In Pakistan zien we zoveel rechtszaken over technologie, waar ze beslissen over de aansprakelijkheid van de tussenpersoon. Bijvoorbeeld de aansprakelijkheid van beheerders in WhatsApp-groepen of Facebook-groepen. Rechters moeten inzien dat hun uitspraken op de lange termijn een weg banen voor beleidsmakers, over wat voor soort wet- en regelgeving ze gaan maken als het om technologie gaat.”
 

Bij het vergroten van het bewustzijn voor de veiligheid van vrouwelijke journalisten maken mensen soms het punt dat het feit dat vrouwen worden aangevallen een teken van gelijkheid is, omdat mannen ook worden aangevallen. Wat zou je daarop zeggen?

“Dit gebeurt de hele tijd. We krijgen veel kritiek te verduren zoals; waarom kwalificeert en categoriseert u tussen mannen en vrouwen? Het soort verzet waarmee vrouwelijke journalisten worden geconfronteerd, is iets waar we veel over weten, omdat we met veel vrouwelijke journalisten hebben gesproken en hebben gezien met welk soort intimidatie ze online worden geconfronteerd. Het is gender gerelateerd, het is geseksualiseerd. Natuurlijk hebben mannelijke journalisten ook te maken met veel pesterijen, trollen en bedreigingen. Maar ze worden niet geconfronteerd met bedreigingen voor verkrachting. Het soort doxen dat ik vrouwelijke journalisten heb zien overkomen, gebeurt echt niet op dezelfde manier met mannelijke journalisten."
 

Voor veel mensen is online lastiggevallen of getrold worden herkenbaar. Jij hebt er waarschijnlijk ook mee te maken. Hoe ga je persoonlijk om met intimidatie en trollen?

"Ik denk dat ik het door de jaren heen heb genormaliseerd, wat eigenlijk niet oké is. Wat ik zelf ook heb gedaan, is mijn eigen tweet muten, wat eerlijk gezegd een heel ongemakkelijk gevoel is. Dan ontvang ik geen meldingen meer van het gesprek onder die tweet. Dat is een manier om ermee om te gaan. Maar er zijn ook veel andere manieren waarop mensen contact met je opnemen, je uitschelden, of dreigen dit en dit tegen je te doen, en dat kun je niet vermijden. Dan kijk ik naar het grotere geheel. Ik heb zoiets van, oké, dit is mijn werk, en daarom krijg ik hiermee te maken. Ik meld dit misbruik regelmatig aan de platforms, en soms ook aan de politie. Maar het gebeurt zo vaak dat je het wel begint te accepteren. Wat niet goed is.”

Deel deze pagina:

Subject:
Media4Women, 
Veiligheid van journalisten, 
Digitale veiligheid