Onderzoeksjournalistiek naar mensenhandel: de inzichten en uitdagingen
Op Werelddag tegen Mensenhandel besteden we aandacht aan de rol van onderzoeksjournalistiek in de strijd tegen mensenhandel. Welke misstanden en mazen in het systeem brengen onderzoeksjournalisten aan het licht? Wat zijn de uitdagingen? We praten met Sanne Terlingen en Monica Lam, onderzoeksjournalisten van Lost in Europe.
Lost in Europe is een onderzoekscollectief waar journalisten uit verschillende Europese landen samenwerken aan onderzoek rondom het thema migratie. Hierbij focussen ze zich op mensenhandel en alleenstaande minderjarigen die van de radar verdwijnen na aankomst in Europa.
Free Press Unlimited steunt dit als onderdeel van het project Mind the Children door onder andere een veilig communicatie platform te realiseren voor de Lost in Europe-journalisten.
Sanne, het is nu 5 jaar geleden dat je samen met Geesje van Haren Lost in Europe hebt opgericht. Hoe kijk je terug op de reden dat jullie startten en hoe het er nu voor staat?
“We zijn natuurlijk begonnen naar aanleiding van het bericht van Europol in 2016 dat er 10.000 kinderen waren vermist in Europa. We vroegen ons af: Hoe kan het dat niemand precies weet wie die kinderen zijn, waar ze zijn, wat er is gebeurd, hoe dat kan? Dit is natuurlijk een probleem dat we verre van opgelost hebben. De urgentie is nog steeds heel hoog. Dat blijkt ook uit ons recente data onderzoek waaruit bleek dat tussen 2018 en 2020 ruim 18.000 kinderen van de radar zijn verdwenen in Europa.
Ik heb zeker nog niet alle verhalen gemaakt die ik wilde maken. We hebben eerst heel veel tijd besteed aan het opzetten van een internationaal onderzoeksplatform met mensen die allemaal in staat zijn om met deze doelgroep en deze bronnen te werken. We wilden niet dat het een eenmalige samenwerking zou zijn. Er moest echt een vertrouwensband groeien tussen alle mensen die meewerkten. En dat is omdat er bij ons gewerkt wordt met super kwetsbare bronnen. Je wilt niet dat er ook maar één journalist een kind of vluchteling die eventueel ook slachtoffer is van mensenhandel verkeerd interviewt.”
Een onderdeel van het opzetten van een duurzaam onderzoeksplatform is de komst van een veilig communicatie platform, opgezet door Free Press Unlimited. Wat is het belang hiervan voor jullie werk?
Monica: “Het was voor ons altijd erg zoeken naar manieren van veilige en efficiënte communicatie. Dan zit je weer in een Google drive en dan weer in Signal. We hebben heel veel verschillende dingen uitgeprobeerd. Omdat we cross-border samenwerken heb je ook te maken met verschillende Europese landen en soms kan je het overzicht hierdoor verliezen. Het nieuwe platform heeft een heel handige manier van structureren. En het biedt extra beveiliging voor gevoelige informatie en bronnen.”
Sanne: “Het maakt het makkelijker om informatie met elkaar te delen. Eigenlijk hebben we steeds puzzelstukjes liggen in verschillende landen. Ik kan een stukje vertellen en bijvoorbeeld een collega in Duitsland en in Italië kan een stukje vertellen. Maar op het moment dat we die drie ook echt bij elkaar kunnen leggen, omdat we onze informatie kunnen delen, komen we een stuk verder dan wanneer we drie losse puzzelstukjes kunnen laten zien. Dan zien we misschien ook nog verbanden waardoor je nog beter de systematiek achter verdwijningen van minderjarigen kunt gaan vatten, of inzien hoe criminele netwerken werken of in verschillende landen tegen verschillende problemen tegen aanlopen. En hiervoor is mail niet veilig genoeg, daarvoor hebben we een veilig systeem als dit platform nodig.”
En wat is de gevoeligheid van de informatie die je deelt?
Sanne: “Sowieso gaat het natuurlijk om privacy gevoelige informatie van vaak ook kinderen. Daar wil je natuurlijk heel voorzichtig mee zijn, zodat het alleen in handen komt van mensen die weten hoe ze ermee moeten omgaan. Het kan ook zijn dat je bronnen moet beschermen. Bronnen kunnen vluchtelingen zijn of migrantenkinderen die iets zeggen over een crimineel netwerk. Daarvan wil je absoluut niet dat die informatie in handen komt van een crimineel netwerk.
Het kan ook gaan om documenten die wij van bronnen hebben gekregen in het asielsysteem. Dus stel je voor bij het COA of bij het Ministerie van Justitie of de IND waar een medewerker ontslagen kan worden als duidelijk wordt dat die informatie aan ons overhandigt. Dat wil je goed afschermen.”
En voel je je wel veilig in je werk?
Beide: “Ja, tot nu toe wel.”
Sanne: “We hebben nog geen extreem riskante onderzoeken gedaan. Het klinkt natuurlijk wel gevaarlijk, schrijven over mensensmokkel en mensenhandel, maar op het moment dat je niet één specifieke dader of groep ontmaskert die daar de gevolgen van ondervindt, is het voor onze journalisten niet onveilig. Pas als je echt iemand individueel heel boos maakt, in zijn zaak raakt, dan wordt het gevaarlijk. Voor mij is dit nu niet gevaarlijk, maar kan het wel worden op het moment dat we meer gaan doen, dus het is wel goed om daar op voorbereid te zijn.”
Monica: “Daarvoor hebben we ook veiligheidstraining gehad om extra bewust te worden. Je leert dan alvast bepalen waar de risico’s zitten.”
Hoe kun je risico vermijden?
Sanne: “Door vooraf goed na te denken over de risico’s kan je die veelal mijden. Als je een plan maakt over waar je bijvoorbeeld informatie opslaat voor het geval iets je overkomt dan weet je zeker dat je bronnen veilig zijn. Daar kan ik niet teveel over zeggen, want zo’n plan werkt niet als bekend wordt hoe we dat doen. Maar stel je hebt te maken met geheime documenten dan is het slim als je die informatie in verschillende landen neerlegt, want het is heel moeilijk voor justitie om in twee landen tegelijk een inval te doen. Sowieso moet je in je notities de naam van je bron of andere herleidbare gegevens niet vermelden, dat is voor ons ook een maatregel.”
De oorlog in Oekraine heeft natuurlijk een hele grote nieuwe vluchtelingenstroom op gang gebracht, waaronder ook minderjarigen. Doen jullie daar nu ook onderzoek?
Monica: “Toen we dit zagen gebeuren hebben we wel meteen de koppen bij elkaar gestoken om te bespreken wat we hiermee moesten doen. We besloten om in eerste instantie een meting te doen. We hebben toen bij verschillende landen gegevens opgevraagd over hoeveel minderjarige alleenstaanden in een specifiek Europees land zijn binnengekomen. En we hebben ook gevraagd naar hoeveel slachtoffers van mensenhandel of mogelijke slachtoffers van mensenhandel er al zijn geidentificeerd. Daar hebben een aantal Europese landen antwoord op gegeven, waaronder Nederland, maar ook een aantal landen nog niet. Veel landen hebben die gegevens ook gewoon niet paraat, of registereren niet goed of er minderjarigen binnenkomen. Eind augustus komen we met een publicatie hierover.”
Het is vandaag Werelddag tegen Mensenhandel. Wat voor inzicht heeft jullie onderzoek gegeven in de achtergrond van mensenhandel en hoe het tegen te gaan?
Sanne: “Ik zie echt twee verschillende dingen. Ik denk dat er enerzijds behoefte is aan het doorzetten van lastige juridische casussen. Dus zaken die complex liggen meenemen naar het Europees hof om dat echt uit te vechten. Zodat er jurisprudentie komt waar in andere asielzaken op teruggegrepen kan worden om kinderen te beschermen.
Dat hebben we bijvoorbeeld al aangestipt in ons verhaal van de twee Vietnamese jongens, Quyen en Hieu die zijn omgekomen in een truck in Essex. Zij zaten in Nederland in een beschermde opvang. Zij wilden niet met een netwerk mee en zij wilden aangifte doen van mensenhandel. Maar de politie zag geen aanknopingspunten voor mensenhandel, terwijl die er wel duidelijk waren. Deze jongens hadden schulden en ze waren minderjarig, maar de poltie nam dat niet serieus en noteerde de aangifte als mensensmokkel waardoor zij geen bescherming kregen. Ze zijn uiteindelijk weer bij dat netwerk terechtgekomen. En vervolgens heeft de Nederlandse politie hen gewoon achtervolgd terwijl ze de grens overgingen, en dat mag helemaal niet want bij elk signaal van mensenhandel of mensensmokkel van een minderjarige moet je ze uit die situatie redden. Dus Nederland is daar heel nalatig geweest en toen de jongens in België belandden is ook de Belgische staat nalatig geweest, zo bleek uit onderzoek van onze Lost in Europe collega’s Roeland Termote en Wouter Woussen. Eigenlijk zou er een partij moeten zijn geweest die daar echt een punt van maakt. Niet alleen journalisten, maar ook juridisch, om de staat op de vingers te tikken en te zorgen dat daar iets mee gebeurt. Want in principe is de Nederlandse staat verantwoordelijk voor het beschermen van alleenreizende minderjarigen die zich hier melden.
Dan is er nog iets wat ik heb geleerd vanuit het onderzoek naar Nigeriaanse meisjes die uit de asielopvang verdwenen, over wat helpt om die kinderen veilig te houden. Zij hebben altijd voor hun veiligheid op een smokkelnetwerk moeten vertrouwen, waarbinnen juist weer veel onveiligheid was. En als je uit zo'n onveiligheid komt, dan durf je pas te vertellen wat er aan de hand is als je ziet dat iemand anders betrouwbaar is en blijft. En als jij dan steeds wisselt van locatie en medewerkers, je weet niet waar je aan toe bent en er is geen ruimte meer voor persoonlijke aandacht, dan gaan die kinderen dus ook niet meer vertellen wat er speelt.
Het ontstaan van een vertrouwensband tussen medewerkers van een de opvang en de kinderen is eigenlijk uit het systeem verdwenen, waardoor er veel minder zicht is op alle redenen waarom die kinderen kunnen weglopen. En de kinderen weten ook niet meer bij wie ze moeten aankloppen als ze eigenlijk niet willen verdwijnen. Dus dat menselijke moet weer terug. Dat is wat ik geleerd heb, dat dat misschien nog wel belangrijker is om kinderen veilig te houden dan heel veel meldingen en heel veel extra hulpverleners en heel veel extra checks en balances. Dat er gewoon mensen zijn die ze in de gaten houden en kijken hoe het met ze gaat.”
En qua impact van jullie onderzoek, zijn jullie daar mee bezig?
Sanne: “Ik vind dat zelf heel ingewikkeld. We hebben ook de invalshoek van kinderen gekozen, omdat je daarbij wegblijft van de politiek. We laten heel duidelijk zien dat kinderen onveilig zijn, dat er geen goede opvang is die hen beschermt tegen mensenhandelaren, en dat dit niet kan en ingaat tegen de mensenrechten.
Ik denk dat onze verhalen juist impact hebben, omdat wij niet zeggen ‘wij willen dat alle kinderen voortaan asiel krijgen’. Als we dat zouden doen dan zouden we als activistisch worden gezien. Op het moment dat je als partij wordt gezien in het vluchtelingendebat, wat zo hoog oploopt, dan verlies je denk ik juist je impact. We zijn altijd uit op het blootleggen van misstanden. Het kan zijn dat we ons buigen over het criminele netwerk en dat we dat blootleggen, maar het kan ook zijn dat de misstand is dat de overheid kinderen niet goed beschermt. We laten in zijn geheel zien wat er misgaat, en wie daarvoor verantwoordelijk zijn.”
Monica: “Het verhaal dat ik heb gemaakt over de Dublin claim heeft nu bijvoorbeeld wel iets teweeg gebracht. Dit onderzoek gaat over dat in 2019 in Nederland de verblijfsvergunning regeling is aangepast voor mensen die een Dublin claim hebben. Hiervoor werd in Nederland een tijdelijke verblijfsstatus afgegeven als aan het licht kwam dat iemand mogelijk slachtoffer was van mensenhandel. Dan had diegene in ieder geval even de tijd om daarvoor aangifte te doen, maar ook om bij te komen.
Dat is in Nederland in 2019 gewijzigd. Waardoor je als je in een ander Europees land als eerste bent aangemeld, je weer terug moet naar dat land. Maar uit onderzoek komt naar voren dat veel van die slachtoffers van mensenhandel dat hadden meegemaakt in dat Europese land, in het geval van dit onderzoek in Italië. De slachtoffers willen natuurlijk niet terug naar het land waar ze dat hebben meegemaakt omdat ze ook bang zijn voor hun mensenhandelaren. Daarom kiezen ze er dan vaak voor om ongedocumenteerd in Nederland te leven en dat gebeurt op best grote schaal.
Wat je dus in Nederland ziet is dat niet iedereen een garantie heeft om beschermd te worden als ze slachtoffer van mensenhandel zijn, omdat die bescherming is gekoppeld aan een verblijfsstatus.
En nu zijn er schriftelijke vragen gesteld door de ChristenUnie, waarin ze ook verwijzen naar dit onderzoek. Dus ik ben erg benieuwd hoe de staatssecretaris hiernaar gaat kijken en of er opnieuw gekeken wordt naar de huidige regeling rondom de Dublin claim. Het is ook zeker mogelijk dat wij als reactie hierop ook weer een vervolgonderzoek zullen doen.”
Hoe gaat het met de opsporing en berechting van daders van mensensmokkel?
Monica: “We hebben in ieder geval laatst in een onderzoek kunnen aantonen dat er hier aan de grenzen van Europa waar vele migranten aankomen iets goed misgaat. Dat onderzoek bracht aan het licht dat minderjarige asielzoekers op een bootje worden gesmokkeld, dan aankomen op het vaste land van Europa en dan daar worden opgepakt. Maar in plaats van dat ze worden gezien als asielzoeker, worden ze gezien als smokkelaar. Daar worden ze voor berecht, vaak via snelrecht waarbij binnen twee uur wordt bepaald of iemand wel of geen smokkelaar is. En komen dan ook vaak in de gevangenis terecht. Dit onderzoek is in het Spaans, Engels en Grieks gepubliceerd. Nu ben ik bezig om dit onderzoek ook in het Nederlands te publiceren.”
En wat ligt er nu in het verschiet voor Lost in Europe de komende tijd?
Sanne: “Een van de onderwerpen waar ik mee aan de slag ga is de veiligheid op asielzoekerscentra. Daar raakt heel veel aan, bijvoorbeeld welke incidenten er zijn rondom AZC’s, en de asielzoekers die nu buiten moeten slapen bij Ter Apel. Maar wat volgensmij een kernprobleem is dat nog onvoldoende op de kaart staat, is dat alle asielzoekers arriveren met schulden. Ze moeten betalen voor hun reis, ze moeten betalen voor gezinshereniging, ze moeten betalen voor veiligheid van achtergebleven familie in land van herkomst. Zij komen in een opvang, maar mogen niet werken. Daarbij hebben zij al contact gehad met een crimineel netwerk. Wat is hiervan het gevolg?
Daarnaast gaan we ook aan de slag met het 18 project. Dat is recent in Nederland nog aangestipt door de kinderombudsman, maar in de rest van Europa is er nog niet veel aandacht voor geweest. We starten in Nederland met diepgaand uit te zoeken hoe het systeem asielzoekers die achttien worden gewoon laat vallen. Want dan worden ze ineens als volwassenen behandeld. Het Nederlandse systeem, dat aan elkaar hangt van toeslagen en belastingregels, is voor veel Nederlanders al ingewikkeld. Stel je voor dat je hier bent als zeventienjarige of als zeventien en een half jarige die de taal niet goed spreekt. Dan word je gezegd dat je naar school mag en je wordt in een woongroep geplaatst, en binnen een half jaar houdt dit allemaal op. Dan wordt er van je verwacht dat je als een volwassene je weg kunt vinden in het systeem of je wordt geacht terug te reizen naar je land van herkomst. Het sociaal vangnet voor deze jongeren is erg minimaal.”
Monica: “Voor Lost in Europe in het algemeen denk ik dat we ons erop richten om nog verder te groeien en uit te breiden. We zitten nu al in veel Europese landen, maar hopen om echt in elk land binnen de EU een afgevaardigde te hebben.”
Foto door: Ajdin Kamber.