Rapport laat zien: Project ‘Covid-19 Response in Africa’ droeg bij aan het voortbestaan van media
Op 1 augustus 2020 is ‘Covid-19 Response in Africa – Together for Reliable Information’ gestart, dat noodhulp verzorgde voor de impact die de Covid-19-crisis had op de toegang tot betrouwbare informatie in Afrika. Uit een evaluatie blijkt nu hoe succesvol dit project is geweest in het helpen van tientallen mediaorganisaties om hun vitale werk voort te zetten.
Toen het coronavirus uitbrak begin 2020, heeft de EU aan media- en ontwikkelingsorganisaties gevraagd om samen te werken in het bieden van noodhulp aan Sub-Sahara Afrika vanwege de verwachte impact van de pandemie. Hoewel de impact van de pandemie in Afrika lager was dan aangenomen, vooral in vergelijking met de impact in Europa, gaven partners en mediaorganisaties aan dat noodhulp hard nodig was om veilig en actief te blijven.
Er is een subsidie toegekend aan een consortium met zes partners, geleid door Free Press Unlimited (FPU), met daarbij International Media Support (IMS), Deutsche Welle Akademie (DWA), Fondation Hirondelle (FH), Reporters without Borders (RSF) en Article 19, met UNESCO als aangesloten partner. Het project beslaat 18 maanden en eindigt op 31 januari 2022, en is uitgevoerd in 17 landen in Sub-Sahara Afrika.
De algemene doelstelling van het project was om mensen beter te informeren over hoe ze zichzelf kunnen beschermen tegen Covid-19. Om dit te doen, werden essentiële, tijdige ondersteuning en beschermingsmaterialen aangeboden aan onafhankelijke media en journalisten in Sub-Sahara Afrika. Hierdoor konden ze hun cruciale rol, namelijk het verstrekken van kwalitatieve en betrouwbare informatie, blijven vervullen.
Tijdig, relevant, en efficiënt
We zijn erg blij dat de evaluatie, uitgevoerd door de OECD/DAC, laat zien dat dit ambitieuze en complexe project een succes was, of zoals gezegd 'tijdig, relevant en efficiënt'. Het project heeft de uitdagingen van de pandemie efficiënt aangepakt, zoals de verspreiding van misinformatie door het opzetten van fact-check workshops, en het veilig houden van journalisten door beschermingsmateriaal te verspreiden onder mediawerkers in de focuslanden.
In achting genomen dat bij het project meerdere organisaties, 17 focuslanden en meer dan 80 lokale partners betrokken waren, was het project efficiënt uitgevoerd. Verschillende lokale partners beschreven de impact ervan door op te merken dat "een klein bedrag voor een enorme hoeveelheid content zorgde".
Toekomstbestendigheid
Het project voorzag tal van mediaorganisaties van noodsubsidies om hen niet alleen te helpen overleven, maar ook ervoor te zorgen dat ze nieuws konden blijven produceren. Het werd ook gecombineerd met het leren van praktische fact-check technieken en het betrekken van de lokale gemeenschap, wat hen hielp ervoor te zorgen dat zij toegang hadden tot belangrijke, levensreddende informatie.
De evaluator vond dat het project de levensvatbaarheid van de media voor de toekomst heeft vergroot. Ten eerste vanwege de bijdrage aan het blijven voortbestaan van tal van mediaorganisaties die anders misschien hadden moeten sluiten. Ten tweede vanwege de opbouw van factchecking vaardigheden, die ook op tal van andere gebieden kunnen worden toegepast, zoals verslaggeving bij verkiezingen en gezondheidsthema’s.
Een interessante extra uitkomst was dat dit project niet specifiek gericht was op het thema gendergelijheid, maar de evaluator merkte op dat het project er met succes voor zorgde dat rekening werd gehouden met de belangen, behoeften en prioriteiten van zowel mannen als vrouwen. Verschillende lokale partners hebben opgemerkt dat er inspanningen zijn geleverd om ook vrouwen te bereiken en dat veel daarvan succesvol waren.
Inzichten en aanbevelingen
Natuurlijk waren er ook uitdagingen en inzichten. Partners hebben problemen opgemerkt zoals Zoom-vermoeidheid en gebrek aan internet en/of voldoende bandbreedte voor virtuele trainingen. Een van de aanbevelingen is om een training te spreiden over een periode van maanden in plaats van dagen, waardoor virtuele of hybride training aantrekkelijker en effectiever wordt. De projectpartners werkten nauw samen in dit project, wat leidde tot het inzicht dat het essentieel is om continu informatie te delen tijdens de uitvoering van zo'n complex project.
Nog twee lessen die in dit project zijn geleerd, waren dat lokale expertise zeker beschikbaar is en met uitstekende resultaten kan worden ingezet, en dat het belangrijk is om ervoor te zorgen dat lokale talen worden gebruikt, zodat kwetsbare en gemarginaliseerde doelgroepen effectiever kunnen worden bereikt.
Lees het volledige evaluatierapport hier (Engels):
Foto in header: verslaggeving in Niger, door Studio Kalangou.