Zorgen voor de veiligheid van journalisten in conflictgebieden in de DRC
De 10 door de massamedia meest vergeten conflicten vinden plaats op het Afrikaanse continent. De conflicten krijgen weinig aandacht in het nieuws omdat ze binnenlands zijn en veel van hen geen impact hebben op het westen. Een onontkoombaar voorbeeld is de Democratische Republiek Congo (DRC), die wordt genoemd als een van de landen met de meest verwaarloosde ontheemdings- en humanitaire crises.
Deze conflicten zijn ook van invloed op de persvrijheid, aangezien journalisten belangrijke gebeurtenissen zoals protesten, incidenten met milities en zaken met betrekking tot het leger niet vrij en veilig kunnen verslaan. De humanitaire crises en het geweld tussen de groepen leiden ertoe dat journalisten worden bedreigd, gewond raken bij het verslaan van protesten en zelfs overlijden.
Free Press Unlimited heeft samen met lokale partners in de DRC manieren onderzocht om op deze crises en de impact ervan op journalisten te reageren, en vanuit die overwegingen is een project gestart met de naam Security of Journalists. Het project startte in 2020 en is nu na twee jaar afgerond.
Met financiële steun van de Nederlandse ambassade in de DRC startte Free Press Unlimited samen met de lokale organisaties CORACON en AFEM het project, met als doel de fysieke veiligheid van journalisten in de belangrijkste conflictgebieden in het land te verbeteren: Nord Kivu en Sud Kivu. Het project is opgezet rond drie assen: het werk van journalisten mogelijk maken, toezicht houden op schendingen van de persvrijheid en journalisten opleiden om hun werk veilig en waarheidsgetrouw te doen.
Een langdurig conflict
De politieke en humanitaire onrust in de DRC dateert uit eerdere oorlogen, zoals de Tweede en Eerste Congo-oorlogen, waarbij Rwanda betrokken was, en het problematische verleden van de DRC met democratie.
De huidige situatie wordt nog steeds beïnvloed door politieke instabiliteit, mensenrechtenschendingen en voortdurende gewapende conflicten. De daders van aanslagen variëren van milities tot het Congolese leger (FARDC). De FARDC richt zich nu op de talrijke gewapende rebellen in de regio. In Noord-Kivu en Ituri is de staat van beleg afgekondigd, waarbij het leiderschap in de regio's wordt vervangen door militaire autoriteiten. Het rapport Journalists in Danger (JED) heeft aangegeven dat deze nieuwe status-quo in de oostelijke regio's ertoe heeft geleid dat veel journalisten worden vervolgd wanneer zij nieuws over de milities en de FARDC brengen. Dit zagen we ook gedurende de jaren van het Security of Journalists-project.
Trainen, monitoren, en belangenbehartiging
Tijdens het project werkten de lokale partners aan capaciteitsopbouw voor het verbeteren van de veiligheid van journalisten, het monitoren van aanvallen op journalisten en belangenbehartiging door het plannen van bijeenkomsten met veiligheidsautoriteiten en provinciale autoriteiten.
Er werden trainingen gegeven in digitale en fysieke veiligheid en er werd een speciale training opgezet voor vrouwelijke journalisten. Vrouwelijke journalisten hebben al veel te lijden onder mensenrechtenschendingen zoals massale verkrachtingen, branden in dorpen als gevolg van beschuldigingen van tovenarij en huiselijk geweld.
In totaal werden tot 500 journalisten opgeleid, die zich nu meer bewust zijn van risico's en veiligheid, zo blijkt uit feedback en interviews. De training heeft journalisten ook bewust gemaakt van hun rechten en hun journalistieke ethiek. De kennis die tijdens de training werd opgedaan, werd verstevigd door de ondertekening van een ethisch handvest door journalisten in meerdere districten van de regio's Zuid- en Noord-Kivu. Uiteindelijk zijn er 595 handvesten uitgedeeld. Niet alleen journalisten werden opgeleid, maar ook in totaal 449 technici, om het werk van gemeenschapsradiostations mogelijk te maken. Er was ook aandacht voor de veiligheid van vrouwelijke journalisten, waarbij tot 369 vrouwen werden opgeleid, wat er bijvoorbeeld toe leidde dat velen van hen een betere kennis hadden over hoe ze hun veiligheid kunnen handhaven wanneer ze verslag doen in meer afgelegen gebieden.
Misdaden tegen journalisten aanpakken
Het project was ook gericht op belangenbehartiging en activiteiten van het maatschappelijk middenveld om misdaden tegen journalisten aan te pakken. In totaal zijn er 24 bijeenkomsten georganiseerd met relevante relaties met betrekking tot over persvrijheid en veiligheid van journalisten, zoals ministeries van communicatie en veiligheidsautoriteiten. Zo heeft onze partner CORACON een goede relatie opgebouwd met de minister van communicatie, die goede wil toonde om de veiligheid van journalisten te garanderen. Omgekeerd organiseerde AFEM met succes een hoorzitting over een moord op een journalist, waarbij de oorzaak van de moord verband hield met haar werk, en dit leidde tot de directe veroordeling van de agressor, samen met vele schadevergoedingen.
Het project heeft ook controle-eenheden opgezet voor journalisten van veel districten van de provincies, waardoor snel kan worden opgetreden bij vervolging, bedreiging of dreigend gevaar. Dit bleek succesvol, aangezien de projectpartners gevallen van journalisten in gevaar hebben doorverwezen naar het Reporters Respond-team van Free Press Unlimited, waarna ze snel werden verplaatst naar een veilige plek. De partners hebben journalisten die in direct gevaar verkeren ook gerechtelijke bijstand verleend om te helpen bij beroepsprocedures bij de rechtbank wegens misdaden tegen de vrijheid van meningsuiting.
Ondanks deze projectontwikkelingen liggen er nog uitdagingen in het verschiet, aangezien de staat van beleg de verspreiding van nieuws, met name over veiligheidskwesties, volgens partners steeds moeilijker heeft gemaakt. Journalisten zijn bang om nieuws te verspreiden uit angst voor represailles van milities of de autoriteiten. Nu wordt een vervolgproject opgezet dat zich richt op het bevorderen van de veiligheid van journalisten in lijn van het inmiddels gesloten project Security of Journalists, maar dit keer gericht op vrijheid van meningsuiting, factchecking en informatievoorziening tijdens een staat van beleg in de provincies Noord-Kivu en Ituri. Het project wordt wederom gefinancierd door de Nederlandse Ambassade in de DRC.